Algemeen

Veelgestelde vragen met betrekking tot de verrekening Neveninkomsten Politieke Ambtsdragers

  1. Moet er een collegebesluit worden genomen?
    Ja, het is belangrijk dat het college een besluit neemt. Het betreft hier niet alleen een wettelijke plicht, maar ook een vaststelling van een rechtspositioneel feit door het bestuursorgaan. Als deze formele vaststelling niet plaatsvindt, blijft de vraag in de lucht hangen en moet er later, als er bij voorbeeld door media, accountant of raad naar wordt gevraagd, opnieuw onderzoek naar worden verricht. Deze vaststelling is een op rechtsgevolg gerichte beslissing en betrokkene kan daartegen dan ook in bezwaar en beroep. Ook daarvoor is een besluit nodig. Dat geldt ook in de situatie waarin geen sprake is van neveninkomsten. Het besluit zal dan luiden dat er niet behoeft te worden verrekend. Het proces van verrekenen vindt elk jaar opnieuw plaats; het kan immers voorkomen dat bijvoorbeeld een wethouder wel neveninkomsten heeft genoten, waar dat eerst niet het geval was
  2. Welk bedrag geldt als grondslag?
    De jaarlijkse bezoldiging inclusief het vakantiegeld, maar bij voorbeeld zonder eindejaarsuitkering.
  3. Wanneer is het overgangsrecht van toepassing?
    Bekleedde betrokkene vóór 10 maart 2010 het huidige ambt en is betrokkene dat ambt bij hetzelfde bestuursorgaan blijven bekleden na 10 maart 2010 dan valt betrokkene onder het overgangsrecht.
  4. Wat betekent het als iemand onder het overgangsrecht valt?
    Betrokkene valt dan niet onder de verrekenplicht en eventuele inkomsten uit niet-ambtsgebonden nevenfuncties hoeven niet verrekend te worden.
  5. Wie is verrekenplichtig?
    Alle voorzitters en dagelijks bestuurders van de decentrale bestuursorganen die voltijds werken of gewerkt hebben in de aangegeven periode en die niet onder het overgangsrecht vielen. Dit zijn de commissarissen van de Koning, de burgemeesters, de voorzitters van een waterschap, de gedeputeerden, de wethouders en de dagelijks bestuurders van een waterschap.
  6. Wie zijn niet verrekenplichtig?
    Degenen die onder het overgangsrecht vallen en degenen die in deeltijd werken (minder dan 100% van de tijdsbestedingsnorm) zijn niet verrekenplichtig.
  7. Moet de opgave jaarlijks worden gedaan?
    Ja, elk jaar opnieuw. Het kan immers voorkomen dat bij voorbeeld een wethouder neveninkomsten is gaan genieten, terwijl hij dat eerst niet deed.
  8. Wie moet in de database worden ingevoerd?
    Alle politieke ambtsdragers, ook degenen die in deeltijd werken of waarvan eerder is vastgesteld dat zij onder het overgangsrecht vallen. Zie vraag 1 voor een nadere toelichting.
  9. Moet ten aanzien van iedereen een besluit worden genomen?
    Ja, zie vraag 1 voor een nadere toelichting.
  10. Winst uit onderneming en boekjaar
    Voor vragen over winst uit onderneming wordt kortheidshalve verwezen naar de beleidslijn “Winst uit onderneming”.
  11. Welke loonelementen komen voor verrekening in aanmerking?
    De verschillende loonelementen die al dan niet voor verrekening in aanmerking komen, zijn opgesomd in het “overzicht met te verrekenen beloningscomponenten”.
  12. Komen ook inkomsten voor verrekening in aanmerking die een uitvloeisel zijn van een dienstverband van vóór de ambtstermijn, zoals vakantiegeld?
    Voor de beantwoording van deze vraag wordt kortheidshalve verwezen naar het “overzicht met te verrekenen beloningscomponenten”.
  13. Fusie gemeenten: de nieuwe gemeente is de rechtsopvolger: is het overgangsrecht van toepassing op zittende politieke ambtsdragers?
    Een wethouder die wethouder was in een van de oude gemeenten, toen onder het overgangsrecht viel en nu in de nieuwe fusiegemeente nog steeds wethouder is, valt nog steeds onder het overgangsrecht.